milder
- mil·der
milder
- onverbogen vorm van de vergrotende trap van mild
vervoeging van |
---|
milderen |
milder
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van milderen
- Ik milder.
- gebiedende wijs van milderen
- Milder!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van milderen
- Milder je?
- Het woord milder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.