Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • goed·moe·dig
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen goedmoedig goedmoediger goedmoedigst
verbogen goedmoedige goedmoedigere goedmoedigste
partitief goedmoedigs goedmoedigers -

Bijvoeglijk naamwoord

goedmoedig

  1. vriendelijk, aardig, iemand met een goed gemoed
    • De grote vriendelijke reus is misschien wel het archetype van een goedmoedig persoon. 
    • Meesterspion is een goedmoedige en een tikje oubollige film met een cartoonesk kartonnen production design. De kinderen voor wie hij bedoeld is zouden hem wel eens te kinderachtig kunnen vinden. [1] 

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Dana Linssen 4 oktober 2016 NRC
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be