• ge·han·di·capt
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen gehandicapt gehandicapter gehandicaptst
verbogen gehandicapte gehandicaptere gehandicaptste
partitief gehandicapts gehandicapters -

gehandicapt

  1. met een lichamelijke afwijking
    • De gehandicapte jongen kon met een rolstoel toch nog naar school toe gaan. 
vervoeging van: handicappen…
verbogen vorm: gehandicapte

gehandicapt

  1. voltooid deelwoord van handicappen
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be