gehandicapt
- Geluid: gehandicapt (hulp, bestand)
- IPA: / ɣəˈhɛndiˌkɛpt / (4 lettergrepen)
- (Nederland): /xəˈɦɛndiˌkɛpt/
- (Vlaanderen): /ɣəˈɦɑndiˌkɑpt/
- ge·han·di·capt
- leenvertaling van Engels handicapped, pseudodeelwoord afgeleid van handicap zn met het omvoegsel ge- -t, op te vatten als vervoeging van handicappen: de stam met omvoegsel ge- -t
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | gehandicapt | gehandicapter | gehandicaptst |
verbogen | gehandicapte | gehandicaptere | gehandicaptste |
partitief | gehandicapts | gehandicapters | - |
gehandicapt
- met een lichamelijke afwijking
- De gehandicapte jongen kon met een rolstoel toch nog naar school toe gaan.
- invalide
- (pejoratief) mindervalide
1. met een lichamelijke afwijking
vervoeging van: | handicappen… |
verbogen vorm: | gehandicapte |
gehandicapt
- voltooid deelwoord van handicappen
- Het woord gehandicapt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gehandicapt" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be