mindervalide
- min·der·va·li·de
- samenstelling van minder en valide
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mindervalide | mindervaliden |
verkleinwoord | - | - |
- (medisch) iemand die lichamelijk en/of geestelijk licht gehandicapt is
stellend | |
---|---|
onverbogen | mindervalide |
verbogen | - |
partitief | mindervalides |
mindervalide
- (medisch) lichamelijk en/of geestelijk enigszins gehandicapt (niet helemaal valide)
- Het woord mindervalide staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mindervalide" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be