handicappen
- Geluid: handicappen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈhɛndiˌkɛpə(n) / (4 lettergrepen)
- han·di·cap·pen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
handicappen |
handicapte |
gehandicapt |
zwak -t | volledig |
handicappen [2]
- Het woord 'handicappen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.