emotie na maken van doelpunt
  • emo·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord emotie emoties
verkleinwoord emotietje emotietjes

de emotiev

  1. (psychologie) hevig gevoel, sterke gemoedsbeweging
    • Het is niet goed om je emoties te onderdrukken. 
     Mentaal sterke mensen: Vermijden zelfmedelijden; Zijn de baas over hun eigen emoties; Lopen niet weg voor veranderingen;[4]
     In het Tweede Kamerdebat over de Voorjaarsnota heeft PVV-leider Wilders in een discussie over de koopkracht VVD-fractievoorzitter Hermans "de tassendrager van de heer Rutte" genoemd. De opmerking leidde tot emotie bij Hermans en verontwaardiging bij andere fractievoorzitters.[5]
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[6]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. emotie op website: Etymologiebank.nl
  3. "emotie" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  4. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  5.   Weblink bron “VVD-fractievoorzitter Hermans geraakt door 'tassendrager' van Wilders” (15 juni 2022), NOS
  6.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be