gevoelen
- ge·voe·len
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
gevoelen |
gevoelde |
gevoeld |
zwak -d | volledig |
gevoelen overgankelijk [2]
- met het (innerlijk) gevoelszintuig gewaarworden
- een indruk van iets hebben
- gevoelerig, gevoelig, gevoelsleven, gevoelsmatig, gevoelsmotief, gevoelsstoornis, gevoelstemperatuur, gevoelszenuw, gevoelloos
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gevoelen | gevoelens |
verkleinwoord | gevoelentje | gevoelentjes |
het gevoelen o
1.
- Het woord gevoelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gevoelen" herkend door:
79 % | van de Nederlanders; |
79 % | van de Vlamingen.[4] |