Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·voels·le·ven
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gevoelsleven gevoelslevens
verkleinwoord gevoelsleventje gevoelsleventjes

Zelfstandig naamwoord

het gevoelsleveno

  1. het geheel van stemmingen, gevoelens en sentimenten bij een mens
    • De kunstenaar heeft een rijk gevoelsleven. 
    • Vrouwen hebben een rijker gevoelsleven dan mannen. 

Gangbaarheid