emocratie
- emo·cra·tie
- afgeleid van emotie met het achtervoegsel -cratie verbastering van democratie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | emocratie | emocratieën |
verkleinwoord | emocratietje | emocratietjes |
de emocratie v
- (pejoratief) samenleving of democratie waarin emoties belangrijker worden geacht dan feiten
- de dames hadden een duidelijke voorkeur voor een emocratie als bestuursvorm
- ▸ „We leven in een tijd dat emotie moet zegevieren. Noem het emocratie. De duivel heeft daar heerschappij over, waardoor het demoncratie is. Maar Gods vaderlijke zorg is ook van toepassing op relaties tussen mensen.”[1]
- Het woord emocratie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Vaderlijke zorg is ontferming” (27-11-2006), Reformatorisch Dagblad