• emo·cra·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord emocratie emocratieën
verkleinwoord emocratietje emocratietjes

de emocratiev

  1. (pejoratief) samenleving of democratie waarin emoties belangrijker worden geacht dan feiten
    • de dames hadden een duidelijke voorkeur voor een emocratie als bestuursvorm 
     „We leven in een tijd dat emotie moet zegevieren. Noem het emocratie. De duivel heeft daar heerschappij over, waardoor het demoncratie is. Maar Gods vaderlijke zorg is ook van toepassing op relaties tussen mensen.”[1]
  1.   Weblink bron “Vaderlijke zorg is ontferming” (27-11-2006), Reformatorisch Dagblad