• de·mon·cra·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord demoncratie demoncratieën
verkleinwoord demoncratietje demoncratietjes

de demoncratiev

  1. beschrijving van een situatie waarbij het lijkt dat de duivel de macht heeft in een land
     De meest radicale libertijnen willen niet alleen ongehinderd God kunnen lasteren, maar ook ’smalend’ kunnen lasteren. Als christenen durven zeggen dat de toekomst van ongelovigen in de hel zal zijn, dan zullen zij hen van repliek dienen. Eigenlijk een heel logische, zij het niet theologische conclusie. Ik denk inderdaad dat deze conclusie het vanzelfsprekende gevolg is van wat wij vrije democratie noemen. Zo wordt democratie demoncratie. Maar dat zal de libertijnen een zorg zijn.[1]
     „We leven in een tijd dat emotie moet zegevieren. Noem het emocratie. De duivel heeft daar heerschappij over, waardoor het demoncratie is. Maar Gods vaderlijke zorg is ook van toepassing op relaties tussen mensen.”[2]


  1.   Weblink bron “Niet van democratie naar demoncratie” (14-12-2004), Reformatorisch Dagblad
  2.   Weblink bron “Vaderlijke zorg is ontferming” (27-11-2006), Reformatorisch Dagblad