roersel
- roer·sel
- Naamwoord van handeling van roeren met het achtervoegsel -sel[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | roersel | roerselen roersels |
verkleinwoord | - | - |
het roersel o
- wat iemand (emotioneel) beweegt
- Het woord roersel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "roersel" herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
81 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be