gemoedsbeweging
- ge·moeds·be·we·ging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gemoedsbeweging | gemoedsbewegingen |
verkleinwoord |
de gemoedsbeweging v
- emotionele beroering door een heftige externe prikkel
- ▸ Vandaag begraaf ik mijn zoon. Het was voorlopig een constatering, nauwelijks meer dan dat. Er hoorde geen ziekmakende gemoedsbeweging bij.[3]
- ▸ "Niet strafbaar is de overschrijding van de grenzen van de noodzakelijke verdediging, indien zij het onmiddellijk gevolg is geweest van een hevige gemoedsbeweging, door de aanranding veroorzaakt".[4]
- affect, vertedering, sentiment, ontroering, gevoelsaandoening, gemoedsaandoening, bewogenheid, emotie
- Het woord gemoedsbeweging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ gemoedsbeweging op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Tonio : een requiemroman” (2011), De Bezige Bij , ISBN 9789023467014
- ↑ Weblink bron “Wat is noodweerexces?” (22-12-2011), NOS