• ge·moeds·be·we·ging
enkelvoud meervoud
naamwoord gemoedsbeweging gemoedsbewegingen
verkleinwoord

de gemoedsbewegingv

  1. emotionele beroering door een heftige externe prikkel
     Vandaag begraaf ik mijn zoon. Het was voorlopig een constatering, nauwelijks meer dan dat. Er hoorde geen ziekmakende gemoedsbeweging bij.[3]
     "Niet strafbaar is de overschrijding van de grenzen van de noodzakelijke verdediging, indien zij het onmiddellijk gevolg is geweest van een hevige gemoedsbeweging, door de aanranding veroorzaakt".[4]