ontroering
- Geluid: ontroering (hulp, bestand)
- ont·roe·ring
- Naamwoord van handeling van ontroeren met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ontroering | ontroeringen |
verkleinwoord | ontroerinkje | ontroerinkjes |
de ontroering v
- gevoelens van medeleven
- De ontroering werd hem teveel en hij moest even naar buiten om op adem te komen.
- ▸ Tot mijn verrassing en ontroering hadden ze een verjaardagstaart voor me gemaakt van een oude resupplydoos met 44 kaarsjes erop.[1]
- Het woord ontroering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ontroering" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be