eigenlijke karpers
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- ei·gen·lij·ke kar·pers
Woordherkomst en -opbouw
- verbinding van eigenlijke en karpers
- eigenlijke karper zn met de uitgang -s
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eigenlijke karpers | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
eigenlijke karpers mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord eigenlijke karper
- meervoudsvorm als officiële benaming (straalvinnigen) een familie Cyprinidae van vissen uit de orde van de karperachtigen. Deze zoetwatervissen vormen met 349 geslachten en meer dan 2000 soorten de grootste vissenfamilie. De belangrijkste kenmerken zijn
Hyperoniemen
- [2] karperachtigen, meervallen en karperachtigen, beenvissen, straalvinnigen, beenvisachtigen, gewervelden, chordadieren, dieren
Hyponiemen (in taxonomische zin)
- [2] karper, winde
- [2] alver, Amerikaanse dikkop-elrits, barbeel, bittervoorn, blankvoorn, blauwband, blauwneus, brasem, brasemblei, Chinese bittervoorn, Chinese danio, darekh, donaubrasem, eilandbarbeel, elrits, gestippelde alver, giebel, gouddanio, goudvis, graskarper, grootkopkarper, hemelse pareldanio, Japanse kroeskarper, Javaanse barbeel, kegelvlekbarbeel, kolblei, kopvoorn, kroeskarper, Mongoolse kielvoorn, parachela, prachtbarbeel, regenbooghaai, riviergrondel, rohu, roofblei, ruisvoorn, serpeling, sneep, sumatraan, vetje, vuurstaartlabeo, witvingrondel, zebravis, zeelt, ziege, zilverkarper
Gangbaarheid
- Het woord 'eigenlijke karpers' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.