karperachtigen
- (IPA in voorbereiding)
- kar·per·ach·ti·gen
- karperachtig bn met de uitgang -en
- karperachtige zn met de uitgang -n
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | karperachtigen | |
verkleinwoord |
de karperachtigen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord karperachtige
- meervoudsvorm als officiële benaming (straalvinnigen) een orde Cypriniformes van de straalvinnigen. Er behoren zo'n 6000 soorten toe, onderverdeeld in 6 families
- [2] eigenlijke karpers, modderkruipers, steenkruipers, zuigkarpers
- [2] algeneters, bermpjes, citroentetra, spoelgrondels, vieroogvis
- Het woord 'karperachtigen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.