winde
- win·de
- van Middelnederlands winde, verwant aan winden ww , in de betekenis van ‘windas’ aangetroffen vanaf 1390 [1] [2] [3] [4]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | winde | winden windes |
verkleinwoord | windetje | windetjes |
- (techniek) as waarom een kabel wordt op- of afgerold
- (bloemplanten) benaming voor slingerende planten met kegelvormige bloemen uit het geslacht Convolvus
- (straalvinnigen) bepaald soort karperachtige zoetwatervis, Leuciscus idus
- [3] eigenlijke karpers, karperachtigen, meervallen en karperachtigen, beenvissen, straalvinnigen, beenvisachtigen, chordadieren, dieren
- aardwinde, akkerwinde, boswinde, dagwinde, draaiwinde, haagwinde, kelderwinde, klimopwinde, klokjeswinde, klokwinde, meeuwwinde, meewinde, nachtwinde, pronkwinde, purgeerwinde, purperwinde, scharlakenwinde, steekwinde, trechterwinde, veldwinde, wedewinde, weewinde, zeewinde, zijdewinde
- groot windedikkopje, windemineermot, windepijlstaart, windeschildpadtor, windevedermot
- windedikkopje, windefamilie, windeplant, winder, windeshei, Windesheim
2. benaming voor slingerende planten met kegelvormige bloemen uit het geslacht Convolvus
vervoeging van |
---|
winden |
winde
- aanvoegende wijs van winden
- Het woord winde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "winde" herkend door:
76 % | van de Nederlanders; |
67 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ winde op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "winde" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be