driehonderdzeventig
0 | 3 | 7 | 0 |
driehonderdzeventig,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: driehonderdzeventig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌdrihɔndərtˈsevə(n)təx / (6 lettergrepen); soms met nadruk ter onderscheiding van 'driehonderdnegentig': /ˌdrihɔndərtˈsøvəntəx/
- drie·hon·derd·ze·ven·tig
- samenstelling van driehonderd ht en zeventig ht
driehonderdzeventig
- "370", het getal tussen driehonderdnegenenzestig en driehonderdeenenzeventig, driehonderd plus zeventig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De totale kosten bedragen driehonderdzeventig euro en zevenendertig cent.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- We logeerden vlakbij het strand in kamer driehonderdzeventig van het grootste hotel.
- om een hoeveelheid aan te geven
rangtelwoord
hooftelwoorden samengesteld met "driehonderdzeventig" ht als linkerdeel
1. het getal 370
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | driehonderdzeventig | driehonderdzeventigs |
verkleinwoord | driehonderdzeventigje | driehonderdzeventigjes |
- dat wat in een (rang)ordening met 370 is aangeduid
- Als jij driehonderdzeventig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner.
de driehonderdzeventig mv
- groep van 370 eenheden
- Die driehonderdzeventig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.
- Het woord 'driehonderdzeventig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.