driehonderdnegentig
0 | 3 | 9 | 0 |
driehonderdnegentig,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: driehonderdnegentig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌdrihɔndərtˈneɣə(n)təx / (6 lettergrepen)
- drie·hon·derd·ne·gen·tig
- samenstelling van driehonderd ht en negentig ht
driehonderdnegentig
- "390", het getal tussen driehonderdnegenentachtig en driehonderdeenennegentig, driehonderd plus negentig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De totale kosten bedragen driehonderdnegentig euro en zevenendertig cent.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- We logeerden vlakbij het strand in kamer driehonderdnegentig van het grootste hotel.
- om een hoeveelheid aan te geven
rangtelwoord
hooftelwoorden samengesteld met "driehonderdnegentig" ht als linkerdeel
1. het getal 390
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | driehonderdnegentig | driehonderdnegentigs |
verkleinwoord | driehonderdnegentigje | driehonderdnegentigjes |
- dat wat in een (rang)ordening met 390 is aangeduid
- Als jij driehonderdnegentig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner.
de driehonderdnegentig mv
- groep van 390 eenheden
- Die driehonderdnegentig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.
- Het woord 'driehonderdnegentig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.