canaille
- ca·nail·le
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘gepeupel’ voor het eerst aangetroffen in 1572 [1]
- uit het Frans hondengebroed [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | canaille | canailles |
verkleinwoord |
- (pejoratief), (maatschappij) slecht volk
- Ik heb de verschrikkingen van de Duitse bezetting zeer bewust meegemaakt. Elke dag moet ik denken aan die periode nu er een jongeman dreigt te worden uitgezet. Vrijwel dagelijks waren er toen berichten dat mensen in het holst van de nacht werden opgepakt, meestal door mannen in een Nederlands politie-uniform. Zal ook Mauro uit zijn huis worden gehaald? Nee, hij zal dan niet naar een concentratiekamp gaan, maar waarheen dan wel - en waarom? Zijn wij het land van canaux, canards, canaille of toch liever het land van Heldhaftig, Vastberaden, Barmhartig’? Daarom: Mauro erin en minister Leers (Asiel, CDA) eruit, naar Maastricht of desnoods naar Bulgarije. In Maastricht is hij al eens weggestuurd.[4]
- Nederland is, volgens Voltaire, het land van canaux, canards en canaille (kanalen, eenden en hufters).
- gespuis, gepeupel, geboefte, gespuis, karnalje, hufter, janhagel, racaille, rapaille, grauw, geteisem, plebs, schorem, schorriemorrie, schuim, crapuul
- tuig van de richel
- Het woord canaille staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "canaille" herkend door:
61 % | van de Nederlanders; |
55 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "canaille" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ canaille op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Henri Ceha 31 oktober 2011
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
canaille v
- (spreektaal) uitschot, gajes
- «Finalement, les flics ont pu ramasser cette canaille.»
- De smerissen hebben eindelijk dat gajes kunnen oppakken. [1]
- «Finalement, les flics ont pu ramasser cette canaille.»