bajonet
- ba·jo·net
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘steekwapen op een geweerloop’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1682 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bajonet | bajonetten |
verkleinwoord | bajonetje | bajonetjes |
- een steekwapen bovenop de loop van een geweer
- De meeste doden vallen door de kogels uit het geweer, niet door de bajonet op het geweer.
1. een steekwapen bovenop de loop van een geweer
- Het woord bajonet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bajonet" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "bajonet" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- Afgeleid van het Franse baïonnette
bajonet
- IPA: /baˈjɔ̃nɛt/
bajonet m
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- IPA: /bajɔnɛt/
- ba·jo·net
- Afgeleid van het Franse baïonnette
- bajonet; een steekwapen bovenop de loop van een geweer
- (techniek) bajonetsluiting; bevestiging van twee voorwerpen op elkaar door middel van (verende) pennen of nokken op het ene voorwerp, welke in speciale gleuven in het andere voorwerp vallen
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Česko-německý slovník Fr. Št. Kotta - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)