Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ae·ro·sol
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aerosol aerosolen
aerosols
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

aerosol m of o

  1. (medisch) een verstuiver van een vloeistof of fijn poeder
  2. (scheikunde) een colloïdale suspensie van deeltjes vloeistof of vaste stof in een gasvormig medium
    • Smog is luchtverontreiniging in de vorm van een aerosol. 
Schrijfwijzen
Vertalingen
Onderstaande vertalingen dienen nagekeken te worden en omgezet in de bovenstaande tabellen. Nummers na de vertalingen komen niet noodzakelijk overeen met de opgegeven definities. Voor meer uitleg zie WikiWoordenboek:Hoe vertalingen nakijken.

Gangbaarheid

81 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen


Fries

Zelfstandig naamwoord

aerosol

  1. (scheikunde) aerosol; een colloïdale suspensie van deeltjes vloeistof en/of vaste stof in een gasvormig medium

Meer informatie


Limburgs

Zelfstandig naamwoord

aerosol

  1. (scheikunde) aerosol; een colloïdale suspensie van deeltjes vloeistof en/of vaste stof in een gasvormig medium
Schrijfwijzen

Meer informatie


Pools

Uitspraak
  • IPA: /aɛrɔzɔl/
Woordafbreking
  • a·e·ro·sol

Zelfstandig naamwoord

aerosol m

  1. (scheikunde) aerosol; een colloïdale suspensie van deeltjes vloeistof en/of vaste stof in een gasvormig medium
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen

Meer informatie


Schots

Zelfstandig naamwoord

aerosol

  1. (scheikunde) aerosol; een colloïdale suspensie van deeltjes vloeistof en/of vaste stof in een gasvormig medium

Meer informatie


Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /aɛrɔsɔl/
Woordafbreking
  • aero·sol

Zelfstandig naamwoord

aerosol monbezield

  1. (scheikunde) aerosol; een colloïdale suspensie van deeltjes vloeistof en/of vaste stof in een gasvormig medium
Verbuiging
Afgeleide begrippen

Meer informatie

Verwijzingen