demoniem
inwoner Warschauer
vrouwelijke inwoner Warschause
bijvoeglijk Warschaus
  • War·schau
enkelvoud bezitsvorm meervoud
naamwoord Warschau Warschaus -
verkleinwoord - - -

Warschau o

  1. (toponiem) hoofdstad van Polen
    • Volgende maand gaan we op reis naar Warschau. 


  • War·schau
  enkelvoud
nominatief   Warschau  
genitief   Warschaus  
datief   Warschau  
accusatief   Warschau  

Warschau

  1. (toponiem) Warschau