zuring
- zu·ring
- In de betekenis van ‘plantengeslacht’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1281 [1]
- Naamwoord van handeling van zuren met het achtervoegsel -ing [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zuring | |
verkleinwoord |
de zuring
- v/m (plantkunde): Rumex een geslacht van meest overblijvende, kruidachtige planten uit de duizendknoopfamilie waarvan sommige soorten zoals de veldzuring eetbare bladeren hebben die in salades gebruikt worden
- v/m (groente): eetbare bladeren van Rumex die in salades gebruikt worden
- Voor paling-in-het-groen gebruikt men zuring.
- v: het aanzuren van iets
- veldzuring (2)
1. en 2. een geslacht van meest overblijvende, kruidachtige planten uit de duizendknoopfamilie...
|
|
2. het aanzuren van iets
- Het woord zuring staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zuring" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "zuring" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ zuring op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be