zuren
- zu·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
zuren |
zuurde |
gezuurd |
zwak -d | volledig |
zuren
- zuur (doen) worden
- Wat in 't zout ligt, zuurt niet.
de zuren mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord zuur
- Het woord zuren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zuren" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be