verzuren
- ver·zu·ren
- Afgeleid van zuur met het voorvoegsel ver- met het achtervoegsel -en of afgeleid van zuren met het voorvoegsel ver-
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verzuren |
verzuurde |
verzuurd |
zwak -d | volledig |
verzuren
- ergatief zuur worden
- Wat in 't zout ligt, verzuurt niet.
1. zuur (doen) worden
- Het woord verzuren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verzuren" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be