aanzuren
- aan·zu·ren
- samenstelling van aan vz en zuren ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aanzuren |
zuurde aan |
aangezuurd |
zwak -d | volledig |
aanzuren
- overgankelijk (scheikunde) door toevoeging van een kleine hoeveelheid zuur de zuurgraad verlagen
- Je kunt dit beter eerst wat aanzuren om de oplosbaarheid te verhogen.
- Het woord 'aanzuren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.