Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zu·ring·zuur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zuringzuur -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het zuringzuuro

  1. (scheikunde), (plantkunde) het zuur dat aan zuring zijn zure smaak verleent
    • Het vee vermijdt deze plant om wille van zijn zuringzuur. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie