Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: meerschuim


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zee·schuim
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zeeschuim -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het zeeschuimo

  1. de luchtige massa die bij heftige beweging van zeewatergolven ontstaat
    • Op het strand ligt na een storm vaak een flinke hoeveelheid zeeschuim. 
 
[2] De inwendige schelp van een inktvis.
  1. (koppotigen), (figuurlijk) de inwendige schelp van een zeekat (een tienarmige inktvis), die onder meer op het Noordzeestrand wordt aangetroffen en die enige gelijkenis vertoond met een vlok #1
    • Een stuk zeeschuim wordt soms gebruikt als bron van kalk in vogelkooien. 
 
[3] Teloxys aristata  
  1. (plantkunde) Teloxys aristata, een plantje uit de amarantenfamilie dat wel gebruikt wordt als miniatuurboompje bij modelspoorbanen
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be