0 5 1 1
vijfhonderdelf,
op een abacus
  • vijf·hon·derd·elf

vijfhonderdelf

  1. "511", het getal tussen vijfhonderdtien en vijfhonderdtwaalf, vijfhonderd plus elf
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen vijfhonderdelf euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer vijfhonderdelf van het grootste hotel. 

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "vijfhonderdelf" ht als linkerdeel

enkelvoud meervoud
naamwoord vijfhonderdelf vijfhonderdelfs
verkleinwoord vijfhonderdelfje vijfhonderdelfjes

de vijfhonderdelfv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 511 is aangeduid
    • Als jij vijfhonderdelf opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

de vijfhonderdelfmv

  1. groep van 511 eenheden
    • Die vijfhonderdelf kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.