velen
- ve·len
- In de betekenis van ‘verdragen, dulden’ voor het eerst aangetroffen in 1440 [1]
- erfwoord, mogelijk van dezelfde stam als bevelen [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
velen |
veelde |
geveeld |
zwak -d | volledig |
velen
- overgankelijk tolereren, verdragen, dulden
- Ik kan dat niet velen.
- Afwijkend gedrag werd niet geveeld.
1.
- Het werkwoord wordt buiten de onbepaalde wijs weinig gebruikt
- zelfstandig gebruikt onbepaald hoofdtelwoord voor personen
- Velen zouden dat nooit doen.
- ▸ Velen van ons zijn slaaf van onze schulden geworden en ik was hierop geen uitzondering.[3]
- Het woord velen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "velen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "velen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ velen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
vervoeging van |
---|
velar |
velen