onbepaald hoofdtelwoord
- on·be·paald hoofd·tel·woord
- Samenstelling met tussenliggende spatie van de woorden onbepaald hoofdtelwoord
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | onbepaald hoofdtelwoord | onbepaalde hoofdtelwoorden |
verkleinwoord | onbepaald hoofdtelwoordje | onbepaalde hoofdtelwoordjes |
het onbepaald hoofdtelwoord o
- (taalkunde) een hoofdtelwoord dat een niet exact aantal aanduidt, niet precies bepaald om hoeveel het gaat.
- Onbepaalde hoofdtelwoorden in het Nederlands zijn onder meer: veel, meer, meest, weinig, minder, minst, enkele, meerdere, sommige, zoveel, alle, enige, ettelijke, menig, menige, verscheidene, verschillende, genoeg, voldoende, zat, wat
- Het woord 'onbepaald hoofdtelwoord' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.