Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uri·ne·buis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord urinebuis urinebuizen
verkleinwoord urinebuisje urinebuisjes

Zelfstandig naamwoord

urinebuis m/v

  1. (anatomie) een lange cilindrische holte die de blaas verbindt met de buitenkant van het lichaam
Synoniemen
Verwante begrippen
onderlichaam van een vrouw (in doorsnede)
 
1  eileider  · 2  eileiderfranje  · 3  blaas  · 4 schaambeen  · 5  g-plek  · 6  urinebuis  · 7  clitoris  · 8  voorhof  · 9  binnenste schaamlippen  · 10  buitenste schaamlippen  · 11  eierstok  · 12  dikke darm  · 13  baarmoeder  · 14  schedegewelf  · 15  baarmoederhals  · 16  endeldarm  · 17  vagina  · 18  anus  · 19  klier van Bartholin 
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie