0 2 0 7
tweehonderdzeven,
op een abacus
  • twee·hon·derd·ze·ven

tweehonderdzeven

  1. "207", het getal tussen tweehonderdzes en tweehonderdacht, tweehonderd plus zeven
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen tweehonderdzeven euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer tweehonderdzeven van het grootste hotel. 

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "tweehonderdzeven" ht als linkerdeel

enkelvoud meervoud
naamwoord tweehonderdzeven tweehonderdzevens
verkleinwoord tweehonderdzeventje tweehonderdzeventjes

de tweehonderdzevenv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 207 is aangeduid
    • Als jij tweehonderdzeven opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

de tweehonderdzevenmv

  1. groep van 207 eenheden
    • Die tweehonderdzeven kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.