tweehonderdnegen
0 | 2 | 0 | 9 |
tweehonderdnegen,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: tweehonderdnegen (hulp, bestand)
- IPA: / ˌtwehɔndərtˈneɣə(n) / (5 lettergrepen)
- twee·hon·derd·ne·gen
- samenstelling van tweehonderd ht en negen ht
tweehonderdnegen
- "209", het getal tussen tweehonderdacht en tweehonderdtien, tweehonderd plus negen
- om een hoeveelheid aan te geven
- De totale kosten bedragen tweehonderdnegen euro en zevenendertig cent.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- We logeerden vlakbij het strand in kamer tweehonderdnegen van het grootste hotel.
- om een hoeveelheid aan te geven
rangtelwoord
hooftelwoorden samengesteld met "tweehonderdnegen" ht als linkerdeel
1. het getal 209
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tweehonderdnegen | tweehonderdnegens |
verkleinwoord | tweehonderdnegentje | tweehonderdnegentjes |
- dat wat in een (rang)ordening met 209 is aangeduid
- Als jij tweehonderdnegen opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner.
de tweehonderdnegen mv
- groep van 209 eenheden
- Die tweehonderdnegen kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.
- Het woord 'tweehonderdnegen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.