0 2 0 8
tweehonderdacht,
op een abacus
  • twee·hon·derd·acht

tweehonderdacht

  1. "208", het getal tussen tweehonderdzeven en tweehonderdnegen, tweehonderd plus acht
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen tweehonderdacht euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer tweehonderdacht van het grootste hotel. 

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "tweehonderdacht" ht als linkerdeel

enkelvoud meervoud
naamwoord tweehonderdacht tweehonderdachten
verkleinwoord tweehonderdachtje tweehonderdachtjes

de tweehonderdachtv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 208 is aangeduid
    • Als jij tweehonderdacht opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

de tweehonderdachtmv

  1. groep van 208 eenheden
    • Die tweehonderdacht kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.