tweehonderdennegen
Nederlands
0 | 2 | 0 | 9 |
tweehonderdennegen,
op een abacus
op een abacus
Uitspraak
- Geluid: tweehonderdennegen (hulp, bestand)
- IPA: / ˌtwehɔndərtɛnˈneɣə(n) / (6 lettergrepen)
Woordafbreking
- twee·hon·derd·en·ne·gen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstellende samenstelling van tweehonderd ht, en vw en negen ht
Hoofdtelwoord
tweehonderdennegen
- "209", langere vorm van tweehonderdnegen, tweehonderd plus negen
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft tweehonderdennegen euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot tweehonderdennegen.
- om een hoeveelheid aan te geven
Synoniemen
- tweehonderdnegen (deze kortere vorm wordt meer gebruikt)[1] [2]
Afgeleide begrippen
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "tweehonderdennegen" ht als linkerdeel
Gangbaarheid
- Het woord 'tweehonderdennegen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron W. Haeseryn e.a.“7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
- ↑ Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)