tweehonderdenzeven
0 | 2 | 0 | 7 |
tweehonderdenzeven,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: tweehonderdenzeven (hulp, bestand)
- IPA: / ˌtwehɔndərtɛnˈzevə(n) / (6 lettergrepen); soms met nadruk ter onderscheiding van 'tweehonderdennegen': /ˌtwehɔndərtɛnˈzøvən/
- twee·hon·derd·en·ze·ven
- samenstellende samenstelling van tweehonderd ht, en vw en zeven ht
tweehonderdenzeven
- "207", langere vorm van tweehonderdzeven, tweehonderd plus zeven
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft tweehonderdenzeven euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot tweehonderdenzeven.
- om een hoeveelheid aan te geven
- tweehonderdzeven (deze kortere vorm wordt meer gebruikt)[1] [2]
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "tweehonderdenzeven" ht als linkerdeel
- Het woord 'tweehonderdenzeven' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron W. Haeseryn e.a.“7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
- ↑ Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)