turf
- turf
- In de betekenis van ‘veen als brandstof’ voor het eerst aangetroffen in 1200 [1]
- [4, 5] Herkomst: Bargoens [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | turf | turven |
verkleinwoord | turfje | turfjes |
de turf m
- veen als brandstof
- dik boek
- groep van vijf streepjes
- (Jiddisch-Hebreeuws) gestolen goed
- (Jiddisch-Hebreeuws) geld, portemonnee
vervoeging van |
---|
turven |
turf
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van turven
- Ik turf.
- gebiedende wijs van turven
- Turf!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van turven
- Turf je?
1. veen als brandstof
- Het woord turf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "turf" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "turf" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
turf m
- (spreektaal) klus, karwei
- «C'est vraiment pas mon turf.»
- Da's echt niet mijn pakkie-an. [1]
- «C'est vraiment pas mon turf.»
- (spreektaal) tippelen, prostitutie [1]