prostitutie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: prostitutie (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pros·ti·tu·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘seksueel verkeer als beroep’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1797 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | prostitutie | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de prostitutie v
- (seksualiteit) het tegen betaling ter beschikking stellen van het lichaam voor het seksuele genot van een ander
Vertalingen
1. het tegen betaling ter beschikking stellen van het lichaam voor het seksuele genot van een ander
Gangbaarheid
- Het woord prostitutie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "prostitutie" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "prostitutie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be