• spij·ker·hard
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen spijkerhard
verbogen spijkerharde
partitief spijkerhards s -

spijkerhard

  1. heel erg streng, heel erg hard, zonder toegeven
    • ‘Ik was geen Michael Douglas’, zei Carsten Kengeter ooit in een interview over zijn periode als fusie- en overnamebankier bij Goldman Sachs eind jaren negentig. Daarmee doelde hij op de film Wall Street, waarin Douglas de spijkerharde zakenman Gordon Gekko speelt. ‘Fusies en overnames waren niet mijn ding’, aldus de Duitser. [2] 
    • De plannen van het nieuwe kabinet voor migratie en integratie zijn 'spijkerhard', zegt Dorine Manson, directeur van VluchtelingenWerk in een reactie. ,,Dit akkoord ademt n en al afweren en uitsluiten. Het nieuwe kabinet heeft vertrouwen in de toekomst, maar dit regeerakkoord biedt vluchtelingen geen vertrouwen in hún toekomst."[3] 
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Standaard 27 oktober 2017
  3. Tubantia 10-oktober-2017