onbarmhartig
- on·barm·har·tig
- Afgeleid van barmhartig met het voorvoegsel on-
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | onbarmhartig | onbarmhartiger | onbarmhartigst |
verbogen | onbarmhartige | onbarmhartigere | onbarmhartigste |
partitief | onbarmhartigs | onbarmhartigers | - |
onbarmhartig
- zonder medelijden, zonder erbarmen
- Bij het eindexamen is er een onbarmhartige scheiding tussen de geslaagden en de gezakten.
- eerlijk
- Hij geeft in zijn roman een onbarmhartig beeld van zijn familie.
- Het woord onbarmhartig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "onbarmhartig" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be