• sei·ner
enkelvoud meervoud
naamwoord seiner seiners
verkleinwoord seinertje seinertjes

de seinerm

  1. iemand die een bericht overseint
    • Een seiner moest goed bekend zijn met het morsealfabet. 
75 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


enkelvoud meervoud
mannelijk vrouwelijk onzijdig
nominatief er sie es sie
genitief seiner ihrer seiner ihrer
datief ihm ihr ihm ihnen
accusatief ihn sie es sie


  • sei·ner

seiner

  1. van hem (genitief mannelijk enkelvoud van de derde persoon)
    «Er erbarmt sich seiner
    Hij ontfermt zich over hem.
  2. ervan (genitief onzijdig enkelvoud van de derde persoon)
    «Er erbarmt sich seiner
    Hij ontfermt zich erover.


stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
seiner
seinais
seiné
eerste groep volledig

seiner

  1. vissen met een zegen.