schuiven
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- schui·ven
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘voortbewegen zonder op te tillen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1287 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
schuiven |
schoof |
geschoven |
klasse 2 | volledig |
Werkwoord
schuiven
- overgankelijk over de grond verplaatsen
- Hij schoof de doos in de richting van de deur.
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1. over de grond verplaatsen
Zelfstandig naamwoord
schuiven mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord schuif
Gangbaarheid
- Het woord schuiven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "schuiven" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |