schuifpui naar balkon
  • schuif·pui
enkelvoud meervoud
naamwoord schuifpui schuifpuien
verkleinwoord schuifpuitje schuifpuitjes

de schuifpuiv / m

  1. een beweegbare glazen wand waardoor er een open verbinding ontstaat tussen de kamer en de tuin of het balkon
    • Daarom heb ik een kantoor op een volkstuinencomplex. Een groot deel van het jaar heb ik de schuifpui open. En ik loop op blote voeten. Een groot kantoorpand met veel personeel op een saai industrieterrein past niet bij mij.” [1] 
    • ,,Oh nee, niet bij mij”, schreeuwde Olivier, toen hij op 7 oktober 2017 drie mannen met capuchons over de schutting van zijn achtertuin in Nieuw Vennep zag klimmen. Ze forceerden de schuifpui en probeerden binnen te komen, maar vergisten zich in de kracht van de zeventiger. [2] 
    • Het probleem met geluid ontstaat wanneer je er niet aan kunt ontsnappen. Misschien is toegang tot stilte wel net zo fundamenteel als schone lucht en schoon drinkwater. In een wereld die bol staat van de herrie (en een overheid die dit niet zo hoog op z’n lijstje heeft staan) kun je dat alleen maar zelf regelen. De hei op en de duinen in. Muziek en televisie uit. Mediteren en op retraite. Slapen met oordopjes. Driedubbel glas in je schuifpui zetten. [3] 
96 % van de Nederlanders;
34 % van de Vlamingen.[4]