• Startpagina
  • Willekeurig
  • Aanmelden
  • Instellingen
  • Financieel bijdragen
  • Over WikiWoordenboek
  • Voorbehoud

reiða

  • Taal
  • Volgen
  • Bewerken

Inhoud

  • 1 Oudnoords
    • 1.1 Woordafbreking
    • 1.2 Werkwoord
      • 1.2.1 Synoniemen
    • 1.3 Werkwoord
      • 1.3.1 Synoniemen
    • 1.4 Werkwoord
      • 1.4.1 Schrijfwijzen
    • 1.5 Zelfstandig naamwoord
      • 1.5.1 Verbuiging

Oudnoords

Woordafbreking
  • rei·ða
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
reiða
reiðar
reiðaði
reiðat
Klasse 1 zwak volledig [A] + [B] + [C]

Werkwoord

[A] reiða

  1. wegen
  2. betalen
  3. veroorzaken
Synoniemen
  • [3]: brigða

Werkwoord

[B] reiða

  1. schommelen, zwiepen
  2. duwen, schuiven
  3. geven, overhandigen
  4. rijden
  5. doen, drijven
Synoniemen
  • [1]: bregða
  • [5]: hráða

Werkwoord

[C] reiða

  1. vertoornen
Schrijfwijzen
  • vreiða

Zelfstandig naamwoord

reiða v

  1. equipement, uitrusting
  2. verpleging, voeding
  3. belasting
  4. ambt
  5. kennis
Verbuiging
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   reiða                    
genitief                        
datief                        
accusatief                        
Overgenomen van "https://nl.wiktionary.org/w/index.php?title=reiða&oldid=3392773"
Laatst bewerkt op 1 mei 2017, om 15:26

De inhoud is beschikbaar onder de CC BY-SA 3.0 tenzij anders aangegeven.
  • Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 1 mei 2017 om 15:26.
  • De tekst is beschikbaar onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding-Gelijk delen. Er kunnen aanvullende voorwaarden van toepassing zijn. Zie de Gebruiksvoorwaarden voor meer informatie.
  • Privacybeleid
  • Over WikiWoordenboek
  • Voorbehoud
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Desktopweergave
  • Ontwikkelaars
  • Statistieken
  • Cookiesverklaring