binnenschuiven
- bin·nen·schui·ven
- samenstelling van binnen en schuiven
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
binnenschuiven |
schoof binnen |
binnengeschoven |
klasse 2 | volledig |
binnenschuiven
- iets naar binnen brengen zonder het van de grond te brengen
- Hij schoof de zware dozen de vrachtwagen binnen.
- Het woord 'binnenschuiven' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.