• sad

sad

  1. verleden tijd van sidde
  • Afkomstig van het Oudengelse sæd.
stellend vergrotend overtreffend
sadsaddersaddest
  • Afgeleid van het Proto-Slavische *sadъ

sad

  1. fruit
  • Afgeleid van het Proto-Slavische *sadъ

sad

  1. fruit
  • Afgeleid van het Proto-Germaanse *sadaz

sad

  1. vol, verzadigd