• se·ri·eus
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen serieus serieuzer serieust
verbogen serieuze serieuzere serieuste
partitief serieus serieuzers -

serieus

  1. ernstig
    • Dat is een serieuze zaak! 
     Maar laten we engelen ook weer niet al te serieus nemen en meteen heilig verklaren.[3]
     De hoge sneeuwvelden waar ik nu doorheen liep waren toch een stuk serieuzer dan ik had verwacht.[3]
  2. weldoordacht, vakkundig
     Het vertrek van een reeks hooggeplaatste functionarissen werd op 5 juli ingeluid door minister van Financiën Rishi Sunak en gezondheidsminister Sajid Javid. Het tweetal uitte bij hun vertrek felle kritiek op Johnson. Ze schreven in een verklaring dat de overheid geen "goed, competent en serieus werk" verricht.[4]
     Hij luisterde vriendelijk waarderend, alsof wat ze zei iets was waar hij serieus overna moest denken.[5]

serieus

  1. ernstig
     Als de baas van het nieuwe D 25 de codenaam 'Eva' had gehad, had geen van al deze min of meer verwarde maar vol testosteron zittende verzetslui haar serieus genomen.[6]
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[7]
  1. serieus op website: Etymologiebank.nl
  2. "serieus" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  3. 3,0 3,1
    Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  4.   Weblink bron “Britse premier Johnson stapt op, maar blijft zitten tot opvolger bekend is” (onderdag 07 juli 2022), NU.nl
  5. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044625691
  6. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Blauwe ster” (2016), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044628265
  7.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be