lunch
- lunch
de lunch m
- (voeding) een maaltijd rond of iets na het middaguur
- ▸ 'Dertig jaar geleden zat het hier helemaal vol', zegt Claudette Bonin (60), serveerster van het Relais des Routier in Dordives. Nu zijn een paar tafels bezet voor de lunch.[3]
- ▸ Zo wist ik precies wat ik moest inkopen voor ontbijt, lunch en avondeten en hoeveel wc-papier, wet-wipes en proteïnepoeder ik nodig zou hebben voor elk deel van de trail.[4]
|
- Het woord lunch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lunch" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "lunch" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ lunch op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron
Peter Giesen“Route Nationale 7, leuker dan de Route du Soleil” (30 juli 2014), de Volkskrant - ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to lunch |
he/she/it | lunches |
verleden tijd | lunched |
voltooid deelwoord |
lunched |
onvoltooid deelwoord |
lunching |
gebiedende wijs | lunch |
lunch
- (voeding), onovergankelijk lunchen, de lunch gebruiken
- (voeding), overgankelijk de lunch opdienen of serveren [aan]
- lunch
lunch g
- (voeding) middageten, lunch
- «Vad skall vi ha till lunch idag?»
- Wat zullen we vandaag eten met de lunch?
- «Vad skall vi ha till lunch idag?»