Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lunch·ge·recht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lunchgerecht lunchgerechten
verkleinwoord lunchgerechtje lunchgerechtjes

Zelfstandig naamwoord

het lunchgerechto

  1. (voeding) op een bepaalde manier bereid voedsel dat men gewoonlijk tussen de middag eet
     Onderstaand lunchgerecht komt uit Greenfeast lente, zomer.
    FETA, BIET, BOLLETJES
    Zachte bolletjes. Verkoelende munt. Zoute feta. Pittige rucola en knapperige biet.
    [1]
     Als je niet van geitenkaas houdt, bestel je geen ‘salade geitenkaas’. Dan bestel je een van de vierentwintig andere lunchgerechten die op de kaart staan.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Susan Aretz
    “Nigel Slater: Alles wat niet goed voor mijn lijn is, wil ik nu graag eten” (01-04-2020), Tubantia
  2.   Weblink bron
    Pauline Bijster
    “Horeca-etiquette: drie lessen om een goede restaurantgast te zijn” (28/09/2013), HP de Tijd